Bertus van den Berg is inderdaad de opa
van ArthurJapin. Hij is inderdaad die man van de foto op zijn Harley Davidson,
dat door geilheid en driften geleid vrijbuiterstype. Foto CPD - Niels van
der Hoeven
Utrechtse schrijver Arthur Japin vindt
die ‘Vrijbuitende’ motorrijder
Het bewogen leven van
een
opa
Op de snelweg bij Eindhoven hoort
Bart van den Berg op een zaterdagmiddag voor het eerst over een Nederlandse
schrijver met de naam Arthur Japin. 't Is eind oktober, uit de autoradio klinkt
de vrolijke praatshow Spijkers Met Koppen. Japin is uitgenodigd vanwege zijn
zoektocht naar zijn opa.
Hij vertelt wat hij weet. Dat
zijn opa Lambertus van den Berg heette, dat hij een Rotterdams/Schiedamse
bouwkundige was en dat hij in 1926 een ernstig motorongeluk is overkomen.
Bart van den Berg:”Eerst hoorde
ik die naam: Lambertus van den Berg. Tja, er zijn meer hondjes die Fikkie
heten. Daarna hadden ze het over Schiedam, over Rotterdam, over het
geboortejaar 1891 en ik dacht: toevallig!" „Toen het over een bij een
ongeluk verbrijzeld been ging, wist ik genoeg, en toen de eerste cijfers van
het kenteken van de motor werden voorgelezen, vroeg ik mijn vrouw haar telefoon
te pakken. Let op, zei ik. Na de l en de 7 komen de 3, de 6 en de 9. Schrijf
jij gauw het telefoonnummer van Spijkers Met Koppen op." Een
telefoonnummer wordt niet genoemd, dus Bart van den Berg stuurt een paar dagen
later via internet een mailtje. Ja, hij kent Lambertus van den Berg. Het is
zijn vader, en als Arthur Japin hem eens wil bellen, dan mag dat gerust.
Wat
voorafging.
Op zaterdag 9 oktober start
Arthur Japin een zoektocht naar zijn onbekende opa. Veel weet hij niet. Hij
heeft een naam (Lambertus van den Berg), een woonplaats (Rotterdam of Schiedam),
wat jaartallen (de jaren twintig), een beroep (architect of bouwkundige) en een
foto van zijn opa op een motor. Verder is er de herinnering aan een lang
gesprek met de al jaren geleden overleden oma Maria Japin, die in de jaren twintig
de geliefde was van de getrouwde man Bertus van den Berg. Zij heeft daar een
kind aan overgehouden: Bert junior, de vader van Arthur Japin.
Reeds kort na de geboorte van
junior, liep -na een ernstig ongeluk met de motor - de relatie
tussen oma Japin en haar
getrouwde minnaar spaak. Het kind ging verder door het leven
als onecht (Nog Niet Erkend,
stond op de papieren van de burgerlijke stand) en zou dat een leven lang nooit
kunnen verkroppen. Geteisterd door verdriet en andere problemen, maakt vader Japin
in 1969 een einde aan zijn leven.
Door dat leed geraakt en uit
gezonde nieuwsgierigheid, gaat zijn zoon, de inmiddels bekende
schrijver Arthur
Japin, 35 jaar later alsnog op zoek naar meer informatie over een opa, die
vrijwel zeker al jarenlang dood is. Hij zegt met nadruk geen familiemens te
zijn, maar wil toch het verhaal kennen achter de motorfoto. Hij wil weten of
die man op die Harley Davidson inderdaad, zoals volgens hem de foto vertelt, een
door geilheid en driften geleid vrijbuiterstype was. Hij wil weten waarom opa Van
den Berg nooit scheidde van zijn wettige echtgenote en dus zijn geliefde een
leven lang alleen liet met het door hem verwekte kind. Hij wil weten waar de
goede man gebleven dan wel begraven is. „Uiteindelijk wil ik natuurlijk naar
zijn graf toe," zegt Japin. Zijn zoektocht loopt niet direct voorspoedig. Hij
krijgt tips, maar die zijn niet doorslaggevend.
Hij zocht het
levensverhaal van zijn opa, en vond het. De Utrechtse schrijver Arthur Japin,
die op zoek ging naar de geschiedenis achter de uit het oog verloren vader van
zijn vader, ontrafelde het mysterie. Onder de zo gekoesterde foto van die
stoere, geile vrijbuiter op zijn motor kan nu een flink stuk tekst worden
gezet. Met dank aan oom Bart.
Toch stuit hij na enig speurwerk
in gemeentearchieven op de enige, echte Lambertus van den Berg. De man blijkt
geboren in het Gelderse Renkum, op 29 oktober 1891, en getrouwd (op 02-05-1918) met de zes jaar
oudere Geertruida Roij. Het stel woont in Leiden, Rotterdam, Hillegersberg en Schiebroek
en keert in de jaren veertig terug naar Schiedam.
Japin en de verslaggever maken
zich al op voor verdere speurtochten. Moeten ze bijvoorbeeld niet eens wat begraafplaatsen in
de Rotterdamse regio afstruinen? Dan treedt Arthur Japin op in het
radioprogramma Spijkers Met Koppen, zit Bart van den Berg stomtoevallig niet
bij zijn zus op de koffie maar op de Brabantse snelweg, hoort hij via de
autoradio " eens van Japins zoektocht naar ene Lambertus van den Berg en
heeft Arthur Japin er opeens een oom bij. Die man blijkt door de telefoon
een verdraaid aardige vent, die rap met feiten strooit. Zo komt Japin te weten
dat opa Van den Berg in 1974 in Hilversum is overleden.
Novembermiddag
in het oosten van het land.
Arthur Japin rijdt achter
Winterswijk naar het Duitse Vreden, sinds kort de woonplaats van Bart van den Berg,
zijn 61-jarige oom. Japin is lichtgespannen. Vraagt zich af wat zijn oom wel
niet vindt van alle poespas rond een verre neef die op zoek is naar wat
wetenschap over zijn roots.
Het is hier net alsof
ik tegenover mijn broer zit. De krullen. Dat gezicht. Net Gerrit
Dat valt mee. Achter de
donkerhouten deur, die openzwaait, staat een witgrijze vent met een gulle lach:
Bart van den Berg. „Jij moet Arthur zijn!" zegt hij. „Kom binnen!"
Binnen wacht Barts echtgenote Marianna, een kordate vrouw die direct het haar
van Japin bestudeert.
„Krullen," zegt ze. Bart van
den Berg:„Mijn vader had ook krullen, maar hij kamde ze weg. Een ijdel
mens." Zijn vrouw: „En die ogen." Bart: „Het is hier net alsof ik
tegenover mijn broer zit. De krullen. Dat gezicht. Net Gerrit." Marianna:
„Heb jij soms ook zo'n kromme rug?" Bart: „Wat is je schoenmaat? 45,46? Pa
had 48."
Dan verschijnt een rode multomap
op tafel. Vergeelde foto's, een op de computer uitgedraaide onaffe stamboom. En Bart van den
Berg vertelt over Bertus. Bertus van den Berg, Japins opa, werd bijna 83 jaar
en trouwde drie keer. Zijn echtgenotes schonken hem twee naar hem vernoemde zonen
en twee dochters. Zoon Bart moet zich wel heel sterk vergissen als vaderlief
niet ook nog enkele buitenechtelijke kinderen verwekte, van wie er ten minste
eentje ook zijn naam zou dragen.
Bertus van den Berg was dus een
vrouwengek. Een echte liefhebber. „Pa had een bewogen
leven," zegt zoon Bart. „Hij
had veel flair. Kon goed met mensen omgaan, vooral als het om vrouwen ging. Die
liefde voor vrouwen heb ik ook wel. Als er een vrouw in een gezelschap is, zit
ik er altijd naast. Pa was een man van uitersten. Als hij een vriendin had, dan
had zij hem ook helemaal."
De oma van Arthur Japin, de
zoveelste vrouw in het leven van Bertus van den Berg. Nee, van haar heeft Bart
van den Berg tot voor kort nog nooit gehoord. „Over dat soort zaken werd bij
ons thuis niet gepraat." Een paar minuten later is een en ander
geconstrueerd: tijdens zijn eerste huwelijk met ene Geertuida Roij, waaruit
zoon Gerrit werd geboren, startte Bertus van den Berg een affaire met zijn zes
jaar jongere Schiedamse vriendinnetje Maria Japin. Zij schonk hem begin 1926
zoon Bertus, de vader van Arthur Japin. Het liefdesgeluk eindigde die zomer
nog. Eerst verbrijzelde Bertus bij een motorongeluk zijn onderbeen. Later, nog
op zijn ziekbed, raakte hij plotseling verliefd op de zeventien jaar jongere
vrouw die namens het verzekeringskantoor het ongeluk afhandelde. Voor haar
verliet hij Maria. Zijn kind Bertus jr. zou zijn vader nooit spreken.
Dwars tegen kerkwetten en
tijdgeest in, leefde Bertus van den Berg jarenlang in zonde samen met zijn
nieuwe vlam. Pas in de jaren veertig - een buitenechtelijke dochter was reeds
geboren - scheidde Bertus van zijn eerste vrouw. Snel trouwde hij met zijn
vriendin Riet, die hem, als vijftiger, nog zoon Bart en dochter Jos schonk.
Toch bleef opa Van den Berg polygaam.
,,We wisten altijd dat er andere
vrouwen waren," zegt Bart van den Berg, „maar hij heeft er wel voor gezorgd
dat die vrouwen ook later niets tekortkwamen. Hij heeft zijn hele leven nog voor zijn eerste vrouw
gezorgd. Zo was pa dan ook wel weer." Japin: „,Mijn oma heeft nooit een
cent van hem willen aannemen. Wellicht was ze gekwetst, omdat hij niet terugkwam
naar haar, maar direct een nieuwe relatie begon."
Voordat Bertus van den Berg in
1974 overlijdt, trouwt hij op 70-jarige leeftijd nog met de twintig jaar
jongere vrouw Hannie, die daarvoor jarenlang zijn minnares is geweest.
Japin: „Waar is hij
begraven?" Bart van den Berg: „Hij is gecremeerd. In het crematorium in
Utrecht." Japin: „In Utrecht? Mijn oma ook... Zé zijn dus na al hun
omzwervingen in dezelfde vlammen opgegaan."
Dan ontstaat in die Duitse
huiskamer een vrolijk gesprek over een vrijbuiter, zijn vrouwen, kinderen en
motor, de stoere Harley Davidson. Japin: „Als schrijver zeg ik: De motor is de
hoofdrolspeler van dit hele verhaal." Bart van den Berg vertelt. Over
verre familie die hij uit het oog verloren is, over nog meer vermoede relaties
van vaderlief, over een arbeidsleven in de randstedelijke bouwwereld, dat sinds
kort is ingeruild voor een rustig bestaan in de Duitse grensstreek. Over dat
motorongeluk op de kruising Coolhavenbrug/Rochussenstraat, dat zo cruciaal was voor
de levens van Bertus van den Berg, Maria Japin en hun zoon Bertus junior.
„Hij botste met de motor op een
slagersjongen. Het been van pa kwam op de stoeprand terecht en werd door de
treeplank van de motor verbrijzeld. In het ziekenhuis hebben ze hem geopereerd.
Het been was te kort geworden. Dus hebben ze er een stuk kalfspoot tussen gezet.
Mijn
oma en opa zijn dus na al hun omzwervingen in dezelfde vlammen opgegaan
"Japin: „Zo, dus ik had een
opamet een kalfspoot." Zo praten ze door. Over broers, zussen, kinderen, het
schrijverschap, het versturen van kerstkaarten en over die onvermijdelijke man
op die motor.
Bart van den Berg: „Ik kan hier
goed over praten. Dit verhaal doet geen pijn meer. Iemand is driekwart eeuw geleden
vreemd gegaan.
Wat dan nog?" Arthur Japin:
„Op een dag is alles geschiedenis."
Idee voor in de
grabbelzak
Vier dagen na zijn bezoek aan oom
Bart in Duitsland zegt Arthur Japin door de telefoon dat hij blij is dat de
zoektocht naar opa Van den Berg geslaagd is. ,
„Mijn nieuwsgierigheid is voor
een groot deel bevredigd. Mij interesseerden vooral die dramatische wendingen.
Die waren genoeg om in mijn hoofd - voor mezelf- het hele verhaal te maken. Ik
weet nu waar mijn ouders hebben gestaan toen ze in de jaren vijftig nog eens
het bedrijf van mijn opa bekeken. Ik weet nu dat hij direct na het motorongeluk
in het ziekenhuis alweer een ander vond."
Heb je, dit wetende, een oordeel over
je opa?
„Ik probeer nooit over iemand een
oordeel te hebben. Maar het geweldige idee dat ik had, over een vrijbuiter, die
zijn hart volgt en zo zijn eigen weg gaat, is anders dan de praktijk. Want voor
de slachtoffers van zo'n man is het allemaal veel minder. Dan blijft van dat
romantische verhaal niet veel over. De mensen om mij heen hebben wel ontzettend
moeten lachen toen ik vertelde over opa's overspelige
natuur en eensgezind trokken ze
de conclusie dat ik daarmee dus erfelijk ben belast"
Komt er ooit nog een roman over opa
Van den Berg en oma Japin?
„Dit verhaal komt in die
grabbelzak vol ideeën die ik altijd op mijn rug draag."
In dit verhaal zitten een aantal onjuistheden die ik desgewenst graag in overleg met u corrigeer.
BeantwoordenVerwijderenOom Bart 09492564395594